Het station Amsterdam Amstel, dat werd geopend in 1939, was het resultaat van de gezamenlijke inspanningen van spoorarchitect H.G.J. Schelling en stadsarchitect J. Leupen en paste binnen het stedenbouwkundige ontwerp van Cor van Eesteren voor de Watergraafsmeer. Het werd gezien als het meesterwerk van Schelling, die van grote invloed is geweest op de twintigste-eeuwse spoorarchitectuur, en werd in 2004 aangewezen als Rijksmonument. De renovatie en uitbreiding van het station zijn gericht op herstel van de monumentale waarden enerzijds, anderzijds op het aanpassen van het station aan het groeiende, intensieve gebruik ervan, en aan de hedendaagse eisen aan toegankelijkheid en comfort van reizigers. Het oorspronkelijke functionalistische idee van de ‘geoptimaliseerde vervoersmachine’ is daarbij een waardevol en nog steeds actueel uitgangspunt voor het ontwerp van de renovatie. Na de afronding van de renovatie van de historische oostzijde zullen in de komende jaren nog diverse aanpassingen plaatsvinden in het reizigersdomein. Op termijn zal het station voorzien worden van een nieuwe stationshal aan de westzijde.